Hoe zorgen je hersenen ervoor dat je angst of zelfs paniek ervaart?

Petra en Wendy

Angst is een heel nuttige emotie. Het zorgt ervoor dat we gevaar vermijden en zo onszelf beschermen. Angst is een heel basaal gevoel: bij een prikkel van gevaar reageert je lichaam en registreren je hersenen de angst. Met je hersenen kun je ook analyseren: is de angst terecht of niet? Moet ik wegrennen of kan ik blijven staan? En deze ervaring onthouden ze voor de volgende keer.

 

Paniek is een heftige vorm van angst. Tijdens een moment van paniek ervaar je allerlei sensaties in je lichaam: je hart klopt snel, je gaat sneller ademhalen, het zweet breekt je uit, je bent bleek. Deze fysieke kenmerken van paniek ontstaan doordat je lichaam je klaarmaakt voor actie. Er is blijkbaar een groot gevaar, dus moet je daar hard voor kunnen wegrennen of ertegen kunnen vechten. Het is – net als angst zelf – een heel primitieve reactie van je lichaam en je hersenen.

 

Angst kan dus heel nuttig zijn als signaalfunctie en om je lichaam binnen een paar tellen klaar te maken voor actie. Soms worden angst en paniek niet meer functioneel. Dan wordt gesproken van een angststoornis of een paniekstoornis. Er is sprake van een stoornis als de angst je dagelijks leven verstoort, niet functioneel is en het je vaak belemmert. Hoe een angststoornis precies ontstaat is nog niet duidelijk. We weten steeds beter dat deze klachten ontstaan door een combinatie van omgevingsfactoren (zoals je karakter, wat je meemaakt in je leven, hoe je denkt, of er heftige levensgebeurtenissen plaatsvinden), erfelijkheid en de manier waarop je hersenen werken.

 

Angst en paniek ontstaan voor het grootste gedeelte in de diepere lagen van de hersenen. Hoewel nog niet bekend is hoe angst precies ontstaat in de hersenen, weten we wel dat met name de amygdala een belangrijke rol speelt bij angst en paniek. De amygdala legt verbanden tussen informatie uit de zintuigen en koppelt deze aan emoties. De amygdala krijgt bijvoorbeeld signalen binnen van wat je ziet en hoort, zoals een muis op de grond en geritsel uit dat hoekje. Maar ook van de gezichtsuitdrukkingen van andere mensen op dat moment: kijkt iedereen erg bang? Dan zul jij je sneller bang voelen dan wanneer anderen rustig blijven. De informatieverwerking en reacties in deze hersengebieden kan heel snel en automatisch verlopen, in de vorm van een reflex. Het is dan ook moeilijker hierop invloed uit te oefenen.

 

Met name op gevaren waarvan waarschijnlijk in ons DNA is vastgelegd dat we ervoor moeten uitkijken, zoals grote hoogtes en slangen bijvoorbeeld, reageren we vaak vanuit een reflex. Je bent al opzij gesprongen terwijl je je nog maar amper bewust was van de slang. Maar veel angstreacties zijn ingewikkelder dan deze. Hierbij wordt namelijk de buitenste laag van de hersenen, de cortex betrokken. Zo ontstaan veel ingewikkelder en gemengde emoties. En zo kun je ook gedachten vormen over de onderwerpen waarvoor je bang of bezorgd bent. Je kunt je emoties registreren en iets aan het onderwerp veranderen waarover je je zorgen maakt. Of je kunt je bedenken dat het niet nodig of in ieder geval niet zinvol is om angstig te zijn voor een probleem. Andersom geldt ook dat je angst, vrees of zelfs paniek kunt krijgen van dingen waarover je alleen nog maar nadenkt.

 

De controle over en het bijsturen van je emoties vanuit de cortex werkt minder goed wanneer je last hebt van stress. Daarom kun je ook gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van angst- en paniekklachten als je stress hebt. Angst- en paniekklachten kunnen ook weer stress veroorzaken. Angstklachten kunnen langdurig worden doordat ze zichzelf kunnen versterken. Je gaat je bijvoorbeeld zorgen maken over je angsten. Of je bent erg bang dat er weer een paniekaanval ontstaat. Hierdoor gaat het stressniveau in je lichaam omhoog. Je probeert de onderwerpen waarvoor je bang bent te vermijden. Een kleinere prikkel veroorzaakt nu alweer een nieuwe angstreactie. Misschien ga je nu nog meer dingen vermijden en neemt je stress nog verder toe. Of meer nadenken (piekeren) over manieren om het onderwerp waarover je je zorgen maakt onder controle te krijgen. Zo kan een negatieve spiraal ontstaan.  

 

Met neurofeedbacktraining kunnen we niet rechtstreeks de activiteit in de amygdala beïnvloeden. Tijdens de metingen die we bij de Hersenfabriek doen, kunnen we namelijk alleen de activiteit in de cortex, de buitenste laag van de hersenen meten. Maar zoals we hebben uitgelegd, wordt deze wel beïnvloed door de dieper gelegen structuren. Ook bepaalt de cortex hoe je met angst omgaat. Met neurofeedback gericht op het verminderen van angstklachten kunnen we wel proberen dit proces in de cortex te beïnvloeden. We proberen vaak de snelle hersenactiviteit die samenhangt met stress en die je veel ziet bij angst te verminderen tijdens de trainingen. Ook proberen we met de training te zorgen dat er meer rust ontstaat en je je beter kunt afsluiten voor prikkels. Soms spelen focus en concentratie hierbij ook een rol. Op deze manieren, die bij iedereen weer een beetje verschillend kunnen worden ingezet, proberen we de negatieve spiraal van piekeren, spanning en angst te voorkomen.

 

Zoals we hiervoor al aangaven, is nog niet volledig bekend hoe angst en paniek ontstaan in de hersenen en welke gebieden hierin nog meer een belangrijke rol spelen. We hebben in dit blog een deel van het proces uitgelegd. Een aantal andere factoren spelen ook nog mee. Hormonen en neurotransmitters (boodschapperstoffen in de hersenen) spelen een rol. Ook wordt er momenteel onderzoek gedaan naar de reactie van de hersenen op een kleine verzuring in het bloed die kan ontstaan door verkeerd ademen (hyperventilatie). Er valt dus nog veel meer te vertellen over angst en paniek. Wil je meer weten? Neem dan gerust contact op!

Over ons

  • Vernieuwende behandelvorm
  • Heldere uitleg
  • Inzichtelijke vooruitgang
  • Geen bijwerkingen
  • Persoonlijk!